zaterdag 8 december 2012

POPR1 Lesfiche 3


Ik vertrek van mijn eigen creatie:






Iets dat me wel opvalt, is dat er in de lesfiche bij iedere uitvoeringsfase een link verwacht wordt met kb. Mogen we ook niet in de inleiding van onze les kb tonen en die ter beschikking stellen van de lln gedurende de tijd dat deze relevant is voor de les (bvb via ppt of in boeken vooraan)?

Als laatste mijn demonstratie. Wat ik zal toon is het omzetten van de potloodtekening naar inkt. Dit is mijn  stappenplan:
  1. Eerst en vooral roep ik alle leerlingen rond de voorste banken, waar ik het materiaal heb klaargelegd. Dit materiaal is inkt, een pen, enkele stukjes papier, een mengpalet, een vod en papier, een beker water en een penseel.
  2. Ik doe een schort aan. Dan toon ik hoe ik druppels inkt in een holte op het mengpaneel doe door op de bol aan de achterkant van de tube te drukken. Als ik de inkt niet meer nodig heb eg ik ofwel de tube neer of schroef ik ze weer dicht, en bij voorkeur een combinatie van beiden. Ik laat de tube nooit open rechtop staan, omdat die erg kan spatten als ze omvalt.
  3. Ik vraag aan mijn lln of ze weten wat verdunning inhoudt. Als ze een juist antwoord (het toevoegen van water aan een pure stof) geven stel ik een andere leerling een andere vraag: "Is er een verschil als ik water toevoeg aan inkt of inkt toevoeg aan water?". Met deze vraag wil ik hen bewust maken van het feit dat ze zichzelf veel tijd en materiaal kunnen besparen door verstandig te verdunnen. 
  4. Voor het eerste deel meng ik 1 druppel inkt met 1 druppel water. De druppels water voeg ik doe met mijn penseel. Ik toon dan hoe ik met mijn penseel de oplossing in mijn pen 'leg', en hoeveel vocht er weer afdrupt als ik eens een tik geef met mijn pen tegen het papier. Altijd eerst een beetje 'afschudden' dus.
  5. Vervolgens vraag ik aan de lln wie meestal met balpen of potlood schrijft. Één van deze lln mag eens komen schrijven met de tekenpen. De bedoeling is dat ze een verschil voelen in het aanvoelen van schrijven: een pen moet je anders vasthouden, en je moet 'met de richting' mee schrijven. 
  6. Ik overtrek enkele van de potloodlijnen met inkt, waarbij ik erop let om niet aan de vleugels te komen. Ik laat een lln ook enkele lijnen overtrekken, en vraag of het moeilijk is om vlotte lijnen te trekken. Oefening baart kunst.
  7. Vervolgens test ik nog eens bij de lln wat ze hebben onthouden van de verdunning-uitleg. Ik zeg dat ik een oplossing wil bekomen waarmee ik lichtgrijze lijnen kan trekken. De leerlingen (of een leerling) moeten mij instructies geven: eerst veel water in een holte in het mengpaneel doen, en dan een beetje inkt toevoegen. Ik test ook de oplossing op een testplaatje.
  8. Ik doe één vleugel en laat een leerling de rest doen, en ook de omtreklijnen van alles wat onder de vleugels zit.
  9. Als de hele tekening met inkt is overtrokken toon ik even het resultaat: zonder iets van kleur is er toch al een suggestie van transparantie en breekbaarheid door de lichte inktoplossing voor de vleugels.
  10. De leerlingen beginnen aan hun individuele uitwerking van de opdracht.





maandag 26 november 2012

POPR1 lesfiche 2

Hier is een foto van mijn eigen creatie in verband met de lesvoorbereiding van deze week: http://th04.deviantart.net/fs70/150/i/2013/058/f/2/your_favourite_village_by_aryanire-d5wduwk.jpg

Hier is vervolgens de link naar mijn lesfiche: https://docs.google.com/open?id=0B-27kKQMNIDPNWFjRkZDdzR0Vk0

Het kunstwerk dat ik koos voor mijn OLG: Veliko Tarnovo Panorama  door Michael Stoyanov

OLG van werk v Michael Stoyanov:
  • Wat zien jullie (een dorp)
  • Waar zou zich dat dorp bevinden? Welke geografische omgeving? (een berg/heuvelzijde)
  • Waaruit leiden jullie dat af? (perpectief/verkleining)
  • Ok, stel dat ik op een deel van het werk inzoom. Herkennen jullie nu nog herkenbare dingen? (nee)
  • Misschien kunnen jullie nu wel beter zien welke techniek hier wordt gebruikt: je kan namelijk met verschillende materialen schilderen. Noem er eens een paar (borstel, spatel, spons etc. à schrijf op bord). Met welke van deze materialen denken jullie dat dit werk gemaakt is? 
  • Welk gevoel brengt deze techniek met zich mee? Hoe zorgt de techniek hier voor een sfeer? 
  • Geef eens een tegengesteld voorbeeld: stel dat dit schilderij zou zijn gemaakt in waterverf, met dunne lijnen, lichte kleuren en fijne details. Welk gevoel zou dat teweeg brengen? 
  • Let ook eens op de kleuren: Beïnvloeden zij de sfeer? Welke betekenis zou jij aan het kleurgebruik geven?

-        Ik vond het OLG moeilijk. Echt moeilijk. De voornaamste fouten waren dat ik soms de vragen te suggestief maakte, waardoor ik de antwoorden ook stuurde. Ook liet ik de klas soms niet genoeg vrijheid en gaf ik zelf te veel uitleg. Ook moet ik erop letten dat ik in zo'n OLG geen leuke dingen uitleg of toon, die we dan daarna niet gaan doen: als ik een schilderij toon, gemaakt met olieverf en een paletmes, dan is het best dat ik dat ook direct met de hele klas doe, en niet overschakel op aquarelverf van zodra de inleiding gedaan is.
     Wat ik wel goed deed was het ritme en tempo van het gesprek beheren, maar daar heb ik (eerlijk gezegd)  zelf niet veel van gemerkt.

zondag 11 november 2012

POPR 1 Lesfiche 1

De opdracht voor vandaag was een lesfiche invullen, waarin we een lesidee uitwerken.

Ik heb gekozen om te werken rond het thema 'knusser kan niet'.

Mij idee was om leerlingen een compositie te laten maken van soorten stof en textuur, bvb van jute, een bontkraag en een geborduurde sjaal. Ze moeten letten dat er kleur(contrast) in zit, en dat het licht over de texturen speelt. Van die compositie nemen ze een foto en deze brengen ze uitgeprint mee, samen met tekenmateriaal.

We moesten onszelf enkele reflectievragen stellen in verband met ons lesidee. Deze ga ik eerst beantwoorden:
  • Welk affect kan je plastisch versterken in het werkstuk?
    • Het affect ‘knus, gezellig, warm’ kan zeker worden versterkt en verwerkt in de opdracht.
  • Wat wil je evalueren?
    • Wat wil je via de opdracht bereiken?
      • Ik wil dat de leerlingen verschillende soorten stoffen en texturen leren kennen en combineren.
    • Welke doelstellingen wil je bereiken?
      • Ik zou graag zien dat leerlingen enthousiast omgaan met verschillende materialen, en dat ze me verrassen wat betreft compositie en uitwerking.
  • Zet de opdracht voldoende aan tot creativiteit en onderzoek?
    • Ik denk van wel: het is niet gewoon overtekenen of knutselen, het is meer dan dat. Ze moeten nadenken over de plaatsing, ze leren werken met 3 verschillende materialen en ik denk dat ze aangenaam verrast zullen zijn met hun eigen resultaat, wat hen nog meer zal stimuleren om hun eigen creatieve vaardigheden te ontwikkelen.
Ik denk niet dat ik word-docuumenten als bijlage kan toevoegen, maar hier is een link naar mijn google-documentsprofiel (vergeet het bestand niet te downloaden, anders is de weergave beperkt tot de eerste pagina):
https://docs.google.com/open?id=0B-27kKQMNIDPYTFGNUNSSGo5N0E

Hier is de link naar deel 2:
https://docs.google.com/open?id=0B-27kKQMNIDPZER5Sk42R3kteXc

Dit is de bijhorende afbeelding: 


Ik vond mijn lesidee goed, maar misschien wat voor de hand liggend als we praten over het thema knus. Ik heb mij ook erg mispakt wat de tijd betreft: de tijd die ik op mijn fiche had voorgesteld, waarin ze de stukjes invullen met verf, collage of houtskool, zullen volgens mij niet voldoende zijn.



Dat ik mij zo heb vergist inzake tijd is ook de reden dat mijn voorbeeld niet af is. 

Ik zal het afgewerkt meebrengen naar de eerstvolgende les.

woensdag 24 oktober 2012

POPR1 vierde les

Na een kleine vertraging ben ik dan toch online geraakt.

Vorige week in hadden we het in de les PO PR1 over hoe moeilijk het is een beeldanalyse te maken van een werk als je in groep moet overeenkomen over het affect van een kunstwerk.

De week voordien hadden we de opdracht gekregen een clown te tekenen, zoals die bij ons in het hoofd opkwam. Bij mij werd dit:

Ik had nog nooit een clown getekend, en wist er niets beters op dan de stereotiepe, een beetje dwaas lachende versie te schetsen. 


Ik weet niet goed hoe ik me voel bij deze clown, omdat ik ook niet echt wist hoe ik me moest voelen bij het tekenen ervan. Ik vind dat hij er dwaas, vlak en saai uitziet. Het is statisch, er is geen begrenzing en het hangt maar wat te zweven op het blad. De vormen kan je organisch noemen, maar er zit weinig ritmiek of dynamiek in.


H. Matisse, Het lijden van de koning, 1952, gouache op papier op doek,
Centre Pompidou (Frankrijk), afbeelding geraadpleegd op 23 oktober 2012 op http://e-henrimatisse.com/ 












Vorige les vroeg men ons eerst een werk te bespreken en er een beeldanalyse van te maken. Bij ons groepje was dat 'de Treurende Koning' van Henri Matisse. Na zeer lang discussiëren kwamen we uiteindelijk tot de conclusie dat dit een werk van dualiteit en tegenstellingen was. De eerste indruk is immers vrolijk, door de felle kleuren en de ritmische herhaling van de kleine gele kleurvlakjes. Maar daarna valt het zwarte vlak op dat centraal zoveel ruimte inneemt, en zien we in de vormen niet langer dansers en muzikanten maar mensen in agonie en doodsangst. 

Nadat iedere groep tot een conclusie was gekomen over hun gekozen kunstwerk, mochten we opnieuw een clown tekenen. Deze keer echter moesten we proberen hem zo te tekenen, dat hij bij ons hetzelfde gevoel opriep als bij het kunstwerk dat we net hadden besproken. Ik wist ook nu niet hoe ik eraan moest beginnen. Uiteindelijk heb ik een droevige clown gemaakt met felle kleuren en zwart op het blad.

Ik was allerminst tevreden met het resultaat. Ik vind het er nog steeds stereotiep uitzien, kitcherig zelfs. de compositie is nog steeds statisch en alle zweeft nog steeds op het blad. De toevoeging van kleur is het opvallendste verschil, maar ook verandering van gender: deze clown lijkt vrouwelijker te zijn dan mijn eerste, en ik heb geen idee waarom ik dat heb gedaan. 

Uiteindelijk blijf ik ontevreden over beide resultaten.




De volgende stap van de opdracht was deze: 'vraag jezelf af hoe je deze les in de eerste graad van het secundair onderwijs zou kunnen geven'. Hierin moet ook die clown ergens verwerkt worden.

Ik zou beginnen met een theoretisch begin, zoals wij hebben gedaan. Dit houdt in dat ik samen met de klas een (vereenvoudigde) kijkwijzer maak, en dat ik hen daarna een  kunstwerk of beeld laat zien dat zeer veelzijdig is. Na een 'klasdiscussie' komen we zo samen tot het besluit dat mensen soms zeer verschillende affecten toeschrijven aan een werk, omwille van hun perceptie en interpretatie van de beeldaspecten.

Daarna introduceer ik het element 'clown'. Ik vraag aan de leerlingen wat zij zich voorstellen bij het woord 'clown', en hun beschrijvingen en aanwijzingen volgend teken ik snel op bord wat zij voor ogen zien. Vervolgens bespreken we het resultaat volgens de kijkwijzer die we hebben gemaakt.

Daarna gaan we proberen afwijken van de stereotiepe, vrolijke clown die waarschijnlijk op bord staat. Op een zeer groot papier (2m x 2m) maken we een ontwerp voor een clown die niet vrolijk is, maar droevig, of eenzaam, of verbaasd etc. Ik vraag de leerlingen ook ontwerpen te maken voor de omgeving waarin de de clown gaan plaatsen: in een landschap, op de zeebodem, in de keuken etc. en de leerlingen stemmen tot er een winnaar uit de bus komt. 

Op dit gigantisch blad staan nu dus de omtreklijnen van de atypische clown in een atypische omgeving. We houden een gesprek over de kleuren of invullingen die de leerlingen zich hierbij voorstellen. Om hen wat inspiratie te geven toon ik hen enkele werken die gebruik maken van de collagetechniek. 


De leerlingen gaan nu thuis zelf op zoek naar materialen waarmee ze de omtreklijnen willen opvullen. De weer erop beginnen we aan de collage. 

Waar ik ook aan dacht, maar dat heeft niet echt veel te maken met de lesvoorbereiding, is dat als dit concept mogelijk is, de leerkracht PO na enkele jaren opgescheept zit met enorm veel grote werken. Ik dank dat het misschien leuk zou zijn om na een tijdsspanne van 2 jaar een soort 'tentoonstelling' te organiseren van dit soort groepswerken.

dinsdag 9 oktober 2012

POPR1 tweede les

De opdracht tegen volgende week is het bespreken van '5 uiteenlopende beelden' waarvan 1 afbeelding, 1 plastisch beeld en 3 kunstwerken (waarvan 1 driedimensionaal).

Ik begin met de afbeelding. Een afbeelding is geen kunstwerk, maar kan wel quasi alles zijn: een foto, schilderij of schets, zoals we dagelijks zien op affiches, in de krant of in tijdschriften.
 F. Demanchy, Midnight Poison, Dior, 2007, geraadpleegd op 6 oktober 2012 op http://img369.imageshack.us/img369/9748/evagreendiorparfumadzj0.jpg

  • Context: De foto is gemaakt in context van de promotie van het parfum 'Midnight Poison' van Dior, in 2007. Het is de vijfde geur uit de reeks 'Poison', en midnight verwijst naar het verhaal van Assepoester, waarin, om middernacht, de schone schijn van de heldin begint te vervagen, tegen haar wil.
  • Onderwerp: Wat we zien is een vrouw (de actrice Eva Green), vanuit vogelperspectief gezien, die haar handen lijkt uit te strekken naar de kijker, als het ware vanuit diepblauw water. Dit is het moment waarop haar uiterlijk als prinses verdwijnt, en enkel wat dichtst bij de kijker is, is duidelijk. De rest van haar lichaam en kledij wordt opgezogen door zwarte leegte.
  • Affect: De donkere kleuren geven me een gevoel van verlatenheid, dat soort afwezigheid dat men soms voelt als men zeer laat of zeer vroeg door een stad loopt waarin alles slaapt. De link met de nacht voel ik dus wel. Volgens de officiële site van Dior creëerde François Demachy dit parfum "with a captivating yet elusive seductress in mind" (Demanchy, 2007). Ik sluit hier deels bij aan: Eva Green is een knappe vrouw en kijkt de toeschouwer strak aan, maar ik vind niet dat ze de blik heeft van een verleidster. Ik denk dat ze bang en droef lijkt en dat ze probeert te accepteren dat de magie van haar avond over is. Het contrast van haar bleke huid met de donkere jurk en achtergrond versterkt dit gevoel.
  • Product
    • Materiaal: dit is een foto, dus eerst en vooral digitaal, en vervolgens in papieren versie voor de reclameborden.
    • Techniek: fotografie.
    • Beeldaspecten:
      • Vorm: Dit beeld is opgebouwd uit twee driehoeken, gescheiden door de armen. De ovaalvorm van het gezicht valt ook op, en natuurlijk het ronde flesje in de onderaan.
      • Textuur: alles in de foto lijkt glad, gepolijst, vluchtig als water en ongrijpbaar. Dit komt overeen met het doel van de maker van het parfum: de moderne Assepoester is beeldschoon maar ongrijpbaar.
      • Ruimte: De ruimte lijkt onbepaald en lijkt uit te breiden naar alle kanten, maar vooral weg van de toeschouwer.
      • Licht: Er wordt gebruik gemaakt van 'clair obscur', dit wil zeggen een hoog contrast waarbij de lichtbron zich niet binnen de randen van het kunstwerk of van de foto bevindt. Eva's opgelichte gezicht steekt zeer fel af tegen de donkere achtergrond.
      • Volume: Het beeld heeft veel volume. In je verbeelding kan je bijna zien hoe de subtiele blauwe slierten op de achtergrond eindeloos doorlopen in alle richtingen.
      • Kleur: Het blauw is bijna overweldigend diep en fluweelachtig, en omhult de actrice volledig. De aandacht gaat meteen naar haar ogen, die even felblauw zijn als de achtergrond. Het gezicht is fel verlicht maar heeft weinig kleur, behalve de mond, die opvalt door de donkerrode/-paarse kleur van de lippen, gelijkend op de 'black magic' rozen.
      • Beweging: De beweging vindt vooral plaats achter het gezicht, op de plaats waar de vrouw haar middel en voeten zouden moeten zijn. Haar gezicht en armen lijken verstild en bewegingsloos.
      • Compositie: Het is een portretfoto waarin Eva Green diagonaal is opgesteld. Haar armen en houding van het hoofd zorgen voor een diagonale lijn van de linker onder- naar de rechter bovenhoek.
Synthese: het donkere en koele kleurenpalet zorgt voor een eenzaam en mysterieus gevoel. Door de diagonale compositie wordt de aandacht meteen naar het gezicht en de ogen van Eva Green geleid, die door felle belichting extra opvallen. De kleuren en de compositie samen zorgen ervoor dat het beeld een gevoel van beweging, ruimte en volume uitstraalt.

Een plastisch beeld:
Drawing Class Still Life, maart 2009, potlood op papier, opgeroepen op oktober 6, 2012, van http://fc01.deviantart.net/fs45/i/2009/093/5/1/Drawing_Class_Still_Life_by_CuriousGeorge43545.jpg
  • Context: Dit plastisch beeld werd gemaakt in de context van een examen.
  • Onderwerp: Het onderwerp is een stilleven, een compositie van verschillende vormen en alledaagse voorwerpen zoals flessen, boelen en ballen.
  • Affect: Dit beeld brengt niet veel emotie teweeg, maar dat is ook niet de bedoeling. Het voelt vooral steriel en gemaakt aan.
  • Product
    • Materiaal: Het gebruikte materiaal is potlood op wit papier.
    • De gebruikte techniek is tekenen naar waarneming.
    • Beeldaspecten:
      • Vorm: Het beeld is opgebouwd uit verschillende vormen, dit om het licht te laten spelen, om texturen beter te doen uitkomen en om de technische vaardigheden van de kunstenaar beter te doen uitkomen.
      • Textuur: Er zijn vooral gladde structuren zoals de flessen, het servies en de bollen. De boeken en de ondergrond lijken ruwer, maar niet extreem korrelig.
      • Ruimte: Er is een minimale perspectiefvorming door de schaduw en de overlapping van de figuren, maar in de achtergrond is er geen perspectief te bespeuren.
      • Licht: Opnieuw is er clair obscur, we zien de lichtbron namelijk niet. Uit de richting van de schaduwen kunnen we afleiden dat de lichtbron zich aan de linkerkant moet bevinden, schuin boven de opstelling.
      • Volume: Er zijn in de verschillende vormen ook verschillende volumes uitgewerkt: cilinder, bol & balk.
      • Kleur ontbreekt.
      • Beweging ontbreekt ook.
Synthese: Door het ontbreken van kleur en beweging straalt dit beeld niet veel emotie uit. De compositie zorgt ervoor dat het licht mooi valt op de verschillende voorwerpen en dat er veel contrastwerking is. De verschillende volumes en texturen stellen de technische mogelijkheden van de kunstenaar op de proef.

Dan is het de beurt aan mijn 3 kunstwerken.


J. Delvin, Garnaalvissers in Nieuwpoort, 1883, olieverf op doek, Museum voor Schone Kunsten Gent,  afbeelding geraadpleegd op 8 oktober 2012, op http://www.vlaamsekunstcollectie.be/nl/collectie.aspx


  • Context: Dit werk is gemaakt in de tijd dat anekdotische, verhalende werken over het herkenbare dagelijkse leven zeer populair waren. Jean Delvin schilderde veel visserstaferelen na zijn toelating op het Salon in Gent.
  • Onderwerp: Het onderwerp is de garnaalvissers aan de Nieuwpoortse kust. De mannen zijn op paarden gezeten en hebben al hun materiaal zoals netten en manden bij zich op het zadel geladen.
  • Affect: Toen ik dit werk voor het eerst zag in het MSK Gent had het een zeer sterk effect op mij. Het schilderij straalt rust en vrede uit, wat in contrast staat met het koude water en de ijzige wind waarin de mannen hun netten moeten uitgooien en terugslepen. Het paard op de voorgrond staat met het hoofd gebogen en de voeten uit elkaar en schijnbaar onstabiel, een teken van vermoeidheid. Maar wat me het meest overrompelde was het kleurgebruik: zeer licht, open en helder.
  • Product
    • Materiaal: olieverf op doek.
    • Techniek: Men kan geen duidelijke toets zien, en in het algemeen is de verf glad aangebracht, vooral in de lucht en diens reflecties, om een realistisch beeld te vormen.
    • Beeldaspecten:
      • Vorm: Er zijn geen duidelijke geometrische vormen te bespeuren in het werk, we merken namelijk vooral horizontale lijnen. Het net dat uitsteekt bij de visser op de voorgrond trekt heel erg de aandacht.
      • Textuur: We krijgen een contrast tussen de gladde waterspiegels, het ruwe zand en de nog ruwere paarden en mannen. Vooral de gladde structuur overheerst.
      • Ruimte: De ruimte kan eindeloos uitbreiden naar alle kanten: er zijn geen duidelijke afbakeningen geschilderd.
      • Licht: Er is zeer veel licht maar geen lichtbron zichtbaar. Het licht is ook nogal flets, wat doet vermoeden dat het of zeer vroeg is, of een wintervoormiddag is.
      • Volume: De enige volumes zijn de figuren op hun paarden: zij zorgen met hun reflecties ook voor perspectief.
      • Kleur: Het kleurenpalet is licht en neutraal met suggesties van paars, oranje en bruin, noch koud noch warm.
      • Beweging: Dit lijkt een momentopname te zijn: er is wel beweging maar die is minimaal aanwezig in de wapperende manen van het paard en de richting van de wolken. 
Synthese: De lichte kleuren en de vele reflecties van het licht wekken de indruk van een immense ruimte, nog versterkt in illusie door relatief weinig beweging te plaatsen. Het koele lichte kleurenpalet is zeer voelbaar voor de toeschouwer en geeft het gevoel van een ijskoude heldere winterdag. De ruwere texturen van de mannen en de paarden tegenover de gladde wateroppervlakken omhullen de personages met een air van noeste ambacht en authenticiteit.




J.W. Waterhouse, Boreas, olie op doek, 1902, privé-collectie, opgeroepen op oktober 8, 2012, van http://www.jwwaterhouse.com/view.cfm?recordid=50


  • Context: niet gekend.
  • Onderwerp: De titel is Boreas en verwijst naar de god van de wind. De wind neemt in dit schilderij echter geen duidelijke vorm aan. We zien vooral het meisje, zich bewegend door een landschap met bomen en bloemen terwijl ze afwezig probeert te voorkomen dat haar sjaal wegwaait.
  • Affect: Het meisje lijkt verstild te zijn in een stormachtige omgeving, te diep in gedachten om iets op te merken. Ze lijkt droevig of van streek. Eenzaamheid en droefheid is de algemene indruk van dit werk. 
  • Product:
    • Materiaal: Olieverf op doek.
    • Techniek: We zien de stroken van het penseel van William Waterhouse, en dit versterkt erg het effect van windvlagen.
    • Beeldaspecten:
      • Vorm: Alle vormen op het doek zijn herkenbaar en picturaal.
      • Textuur: Er zijn bvele texturen aanwezig, maar die op de voorgrond, zoals het meisje en de boom rechts achter haar, zijn het meeste uitgewerkt. De stoffen en haar zachte glandende huid contrasteert met de donkere boom schors en het ruwe gras.
      • Ruimte: De ruimte lijkt vooral naar achter ver door te lopen. De zijkanten lijken beperkt of afgebakend, alsof het meisje gevangen zit in de kader.
      • Licht: Alles is even sterk belicht, we zien geen lichtbron.
      • Volume: Net zoals de textuur is het volume vooral op de voorgrond uitgewerkt.
      • Kleur: het kleurenpalet is koud en relatief donker. Er zijn veel tinten van grijs aanwezig, hoewel het een landschap is met veel bloemen in vrolijke kleuren.
      • Beweging: Er is enorm veel beweging aanwezig, vooral in het gras en de kledij van het meisje. Ook de vigoureuze toets van de schilder versterken dit effect.
Synthese: Door de donkere en koude kleuren straalt het schilderij droefheid en eenzaamheid uit. Er is zeer veel beweging aanwezig door de toets van de schilder en de draperieën, dit in contrast met het verstilde gezicht van het meisje. Ook lijkt zij, met haar zachte huid en kleren, niet op haar plaats in een ruwe storm.





A. Rodin, Danaïde, 1889-1890, marmer, Musée Rodin (Parijs), geraadpleegd op 8 oktober 2012, op  (http://www.stephenhicks.org/tag/danaid/)


  • Context: Dit beeld was bedoeld voor een integraal werk van Rodin, namelijk de Hellepoorten. Daarvoor maakte hij meer dan 200 figuren. 
  • Onderwerp: Dit is één van de drie Danaïden, dochters van Danaos, die op hun huwelijknacht hun echtgenoten vermoordden. Als straf moesten ze in de onderwereld eeuwig waterkruiken vullen die kapot waren. De vrouw ligt, moedeloos en vermoeid, op de grond met haar gezicht op haar arm.
  • Affect: Dit werk ken ik al lang en heb ik altijd al zeer mooi gevonden door de breekbaarheid die uit het naakte vrouwenlichaam spreekt. Ook het haar geeft die vrouwelijke zachtheid en rondingen weer. Ik vind het een prachtige weergave van een wanhopige en gebroken vrouw.
  • Product
    • Materiaal: Het materiaal is marmer.
    • Techniek: Het beeld is uit marmer gekapt.
    • Beeldaspecten:
      • Vorm: De vorm is duidelijk herkenbaar, het is namelijk een vrouwenlicham op een soort rotsachtige bodem.
      • Textuur: Er is een groot verschil tussen de gepoleiste delen marmer, die de vrouw voorspellen, en de ongepoleiste ruwe delen die de rotsbodem voorstellen. Het contrast is zeer groot omdat het gepoleiste deel erg glanst en lijkt op een echte zachte huid terwijl de korrelige structuur hard en vijandig aanvoelt.
      • Ruimte: Er is geen gevoel voor ruimte.
      • Licht: Dit hangt af van de soorten belichting die het werk omgeven.
      • Volume: Het volume zet uit naar boven, de vrouwenfiguur lijkt te willen loskomen uit de rots zonder daarvoor de kracht te vinden.
      • Kleur: Er is geen kleur aanwezig buiten de natuurlijke witte marmerkleur.
      • Beweging: Er is veel suggestie van beweging door de (overdreven) kenmerken van een heuvelachtig vrouwenlichaam. Ook het haar beweegt en lijkt over de rotsen weg te vloeien zoals water.

Synthese: Door de diepe contouren en indrukken in de weergave van het lichaam is er redelijk veel contrast en lijkt het beeld in beweging te zijn. Door de afwisseling van textuur lijkt het materiaal te zijn omgevormd tot rots en huid. Het ontbreken van kleur en de opgekrulde houding van de vrouw lijken haar schoonheid en puurheid te benadrukken, terwijl we snel schijnen te vergeten dat ze in koelen bloede haar kersverse echtgenoot vermoordde.

Overige bronnen:

dinsdag 25 september 2012

POPR1 eerste les


Vandaag maakten we vooral kennis met het vak PO praktijk. Via begrippen probeerden we zowel individueel als in groep te omschrijven hoe een goede les plastische opvoeding er zou moeten uitzien, en of dit overeenstemt met onze verwachtingen (als student) van dit vak en deze opleiding. Dus hier is mijn poging daartoe:

Een goede les PO ...
  • ... legt volgens mij een link met kunstgeschiedenis en met actuele kunst. Deze minimale theoretische inbreng maakt leerlingen inzien dat wat zij doen niet 'losstaat', niet eenmalig is, maar verbonden is met een hele traditie die soms ver teruggaat. 
  • ... staat gelijk aan veel afwisseling, zowel in thema, als in materialen als in technieken. Leerlingen moeten de kans hebben gehad om met elk soort van materiaal te werken en te ontdekken waar zij het meeste aanleg voor hebben.
  • ... is dynamisch: de leerkracht is alomtegenwoordig en staat klaar om hulp te bieden of meer uitleg te geven, maar zit IN GEEN GEVAL twee uur aan zijn/haar bureau. Een enthousiaste leerkracht is bovendien ook inspirerender, en kan zo veel mogelijk creativiteit in leerlingen bovenhalen.
  • ... maakt elk kind tot de beste kunstenaar die hij/zij kan zijn, ongeacht stijl, materiaalkeuze of artistiek talent.
  • ... doet kinderen beseffen dat kunst meer is dan stoffige data van buiten blokken: actief bezig zijn met kunst is leuk!
In de groep kwamen we ongeveer aan dezelfde punten, alleen werden accenten soms anders gelegd: feedback, structuur, (losse) sfeer, het individu etc. kregen ook veel aandacht. 

Wat ik van de lessen van de opleiding verwacht is ongeveer hetzelfde. Ik verwacht veel kunstgeschiedenis, veel afwisseling en actieve lessen. Anderzijds denk ik dat feedback een zeer grote rol zal spelen, en dat de afwisseling misschien ten koste gaat van 'het ontwikkelen van een individuele stijl' of een voorliefde voor een bepaald materiaal: we moeten overal goed mee kunnen werken.


2e deel: zeg waarom je onderstaand kunstwerk (eigen keuze) mooi/fascinerend vindt

Käthe Kollwitz, De Treurende Ouders, 1932, Vladso (West-Vlaanderen, België), afbeelding van Flickr door 'larry_antwerp' (http://www.flickr.com/photos/53231107@N04/5902680143/

Ik heb voor het werk 'Treurende Ouders' van Käthe Kollwitz gekozen. Ik weet nog dat het een enorme indruk op mij maakte toen we met de zesdejaars naar de Westhoek gingen en Vladslo bezochten. Ik vind het werk een enorme dramatische kracht hebben, en hierin speelt ook de locatie een grote rol: op een andere plaats zou het gevoel van intens verdriet niet tot zijn recht komen. De beelden zijn niet 'realistisch' qua techniek (alla maniera di Michelangelo), eerder gestileerd,  maar des te meer qua emotie. Käthe Kollwitz nam zichzelf en haar man als voorbeeld - hun zoon sneuvelde op 18 jarige leeftijd tijdens WOI - en toont hoe elk op zijn eigen manier omgaat met verlies.